Het is zes uur, ik heb mijn werk gedaan
'K heb nog geen zin om al naar huis te gaan
Daar is het leeg, een soort van niemandsland
Er wacht op mij alleen een kamerplant
Dus rij ik wat rond op de fiets
Wie weet gebeurt er straks wel iets
'N heel leuk meisje op de stoep
Die naar me kijkt wanneer ik roep:
He, waar ga je zo alleen naartoe?
Achterop mijn fiets is plaats genoeg
Waarheen
Gaan we
Samen?
'K rij met jou naar de Zuidpool als het moet
Wat is het leven zonder avontuur?
Ik wil graag spanning voelen, ieder uur
Wanneer en waar beleef ik het moment
Dat er een meisje zich in mij erkent?
'K weet zeker dat zij bestaat
Ze moet hier ergens lopen over straat
Ik deel met haar een gevoel
Ze snapt meteen wat ik bedoel met:
He, waar ga je zo alleen naartoe?

Je šesť hodín, urobil som svoju prácu
Zatiaľ sa mi nechce ísť domov
Tam je prázdny, akýsi pozemok nikoho
Čaká ma iba izbová rastlina
Jazdím teda na bicykli
Ktovie, čoskoro sa môže niečo stať
Veľmi pekné dievča na chodníku
Kto sa na mňa pozrie, keď volám:
Hej, kam ideš tak sám?
Na zadnej strane môjho bicykla je dosť miesta
Kde
Ideme
Spolu?
Odveziem ťa na južný pól, ak musíš
Čo je to život bez dobrodružstva?
Rád cítim napätie každú hodinu
Kedy a kde prežívam ten okamih
Že sa vo mne spozná dievča?
Som si istý, že existuje
Tu niekde musí chodiť po ulici
Zdieľam s ňou pocit
Okamžite pochopí, čo mám na mysli pod:
Hej, kam ideš tak sám?